Het is verbazingwekkend hoe dansers hun motoriek en lijf kunnen laten voortbewegen alsof ze in, of door water bewegen. Niet alleen is dat een ingenieus gegeven, het is tevens een geweldige inspiratiebron voor de dansers van Introdans.
De Marokkaans Belgische choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui is wel de man die het dichts bij de onderzeese benadering komt. Voor drie mannen maakt hij in Harbor Me een dans die zo kronkelend en zacht qua beweging is, dat je soms werkelijk denkt dat de dansers op de zeebodem dansen. Als octopussen weten ze van drie lichamen één te maken. Als ze wegschieten of een solo dansen gaat dat geruisloos en met een gemak waar vooral de mooie buigzame ruggen met alle kanten de vloer aanraken. Ook de armen als tentakels die zoveel vormen vloeiend laten zien. Ik heb zelden zoveel kracht met zoveel gemak aanschouwd. De geborgenheid en het zorgen voor elkaar maakt het helemaal af. Als een parel in een oester is dit juweel een van de mooiste balletten die hier op het Nederlandse toneel te zien is. Giuseppe Calabrese, Federico Tosello en Vincenzo Turiano zijn werkelijk onnavolgbaar goed.
Al vaker werkte Introdans samen met filmmaker Inge Teunissen. In een wonderlijke water achtergrond introduceert ze de dansers van de groep op grootbeeld. Wat een schoonheid in beeld en dans.
Azul, van de Spaanse choreograaf Jorge Pérez Martinez een groepsballet voor achttien dansers. Het vijftien minuten durend, in 2017 gemaakte, Azul op Spaanse gitaarmuziek heeft Jorge voor dit programma uitgebreid met het concert voor twee mandolines van Antonio Vivaldi. Hier zien we hoe mensen aan de Spaanse kust leven. De groepsdansen gaan werkelijk spatgelijk. De bewegingen zijn vloeiend als de golven van de zee. Vaak onttrekken solo's en duetten zich van de groep. Dit heel mooi uitgelicht door een spot op de solerende dansers te richten. Onderwijl danst de groep op achtergrond in de schaduw van de ondergaande zon. Het alles ademt aanstekelijke vrijheid en compassie.
Earth van choreograaf Manuel Vignoulle benadert water weer op een totaal andere manier. Zonder water geen groei. Ook het menselijk lichaam bestaat voor 60 % uit water. In het ballet zien we een danseres en twee dansers gekleed in vleeskleurige tunieken waarop Egyptische hiërogliefen gedrukt staan. Als dansgoden bewegen ze aards en bewust waarbij ze door spectaculaire lifts hun groei naar het licht lijken te tonen.
Als sluitstuk krijgen we Oceana Van de Amerikaanse minimal postmoderne choreografe Lucinda Childs. Op muziek van de Argentijnse componist Osvaldo Golijov voor twaalf dansers. Het werk uit 2011 is oorspronkelijk gemaakt voor het klassieke gezelschap Ballet Nice Mediterranee. In het lichte toneelbeeld met de mooie lichtblauwe oplichtende kostuums van Dominique Drillot lijken de zes paren net een school vissen. Dit komt door de vaak herhaalde frases van de choreografie. Wonderschoon en doorzichtig kwetsbaar. Eigenlijk heeft Childs in deze choreografie de klassieke ballettechniek als uitgangspunt gebruikt. Het uitdraaien is hierbij zo belangrijk. Daar valt bij de dansers van Introdans nog wel een uitdaging te halen. Nog niet helemaal perfect gedanst op dit moment. Wel een aanwinst voor de groep. Het is ook moeilijk om als modern balletgezelschap ineens alle passen uitgedraaid op het toneel te moeten uitvoeren terwijl dat niet dagelijks je repertoire is.
Zo schoon als water, zo schoon heb ik deze avond ervaren. Een aanrader voor de ware balletliefhebber.
Nog te zien tot 16 november door het hele land. Kijk hier voor meer informatie en kaarten.
Gezien in het ITA te Amsterdam op 20 september 2022