Door Robin Peeters – Scènefoto’s: Kenney Simons
“Grease behoort tot de meest bijzondere musicalvoorstellingen ter wereld,” laten producenten Albert Verlinde, Matthijs Bongertman, Jaco Kaasschieter en Kris Bloemen optekenen in het programmaboek van de semi-Vlaamse ‘Grease’ die afgelopen weekend in première ging in de Antwerpse Stadsschouwburg. Er zijn inderdaad maar weinig musicals die generatie-overstijgend volle zalen trekken. ‘Grease’ ademt immers nostalgie, de songs zitten in ons collectief geheugen en de show staat – in principe – garant voor een zorgeloos avondje uit. Hoewel de songs ook in deze productie grotendeels overeind blijven dankzij wervelende choreografieën van Daan Wijnands, is het vooral het kleur- en emotieloze karakter van deze versie dat na afloop blijft hangen. Gelukkig zijn er twee absolute uitblinkers in de cast die het fletse geheel toch enige sprankeling kunnen meegeven: Lauren De Ruyck en Pieter Casteleyn als respectievelijk Rizzo en Kenickie.
Hoewel de allereerste productie van ‘Grease’ in 1971 op de planken verscheen in Chicago en een dik jaar later furore maakte op Broadway, is het de filmversie die ‘Grease’ in 1978 pas écht wereldberoemd maakte. De heerlijk campy prent met Olivia Newton-John en John Travolta leverde pretentieloos entertainment die de nogal dwaze verhaallijn ook helemaal niet au sérieux nam.
Zoals het misschien hoort te zijn want het hele verhaal over Danny, Sandy, de T-Birds en de Pink Ladies is simpelweg onnozel en dat is – al bij al – gewoon prima. Zo lijken anno 2024 de personages in het script van Jim Jacobs en Warren Casey wel erg beledigend en seksistisch te zijn, maar die kluchtige lompigheid is nu éénmaal verbonden met de sfeer die ‘Grease’ mag uitstralen. Het publiek weet immers maar al te goed dat het naar karikaturen zit te kijken die in de jaren-70 al niet meer oké waren. In zijn visie probeert regisseur Servé Hermans hierin enigszins in te grijpen door de show een tikje meer naar het nu te halen. Zo geeft Sandy expliciet aan dat haar make-over slechts tijdelijk en vooral voor zichzelf is en in een autogarage kunnen perfect mannen én vrouwen samen aan de slag zijn. De ingrepen die Hermans doet zijn echter zodanig klein dat er een concept op het podium verschijnt dat vis noch vlees is: het mocht hedendaagser zijn, maar het moest nostalgisch blijven waardoor het schlemielige script alleen maar harder opvalt. Hetzelfde kan ook gezegd worden over de arrangementen van Ad van Dijk die de ene keer “classic Grease” en wat later geforceerd vernieuwend aanvoelen.
Dat ‘Grease’ voornamelijk om z’n onsterfelijke songs draait, wordt in de versie die enkele weken in Vlaanderen te zien is, extra in de verf gezet. De traagheid van de spelscènes wordt goedgemaakt zodra de cast kan wervelen in de prima choreografieën van Daan Wijnands. In de eerste akte werden die grote ensemblesongs echter vakkundig de nek omgewrongen door een bijzonder matige, vlakke geluidsmix die – gelukkig – verbeterde in de loop van de voorstelling. Het kalf was bij ‘Grease is the word’ en ‘Die zomernacht’ echter al verdronken met een compleet onverstaanbaar ensemble. Ook het decor werkte in die laatste song helemaal niet mee door het lachwekkend heen-en-weer wiebelen van het verhoogde platform en een bijna – met hoofdrolspeler Danny Dorland inclusief – omkieperende strandredderstrap. Ook de keuze om de voorstelling, in het decorontwerp van Joris van Veldhoven, volledig te laten afspelen in de autogarage van “Greased Lightnin’” is op z’n minst opmerkelijk te noemen.
Het zijn allemaal factoren die ervoor zorgen dat je als publiek gelaten deze ‘Grease’ overschouwt. Dat er op dit moment ook nog behoorlijk wat chemie ontbreekt tussen de vocaal puike hoofdrolspelers Danny Dorland (Danny) en Tinne Oltmans (Sandy) helpt niet waardoor een song als “’t Is feest, maar het regent” zelfs vrij emotieloos wordt. Het is dan ook opmerkelijk dat iets later een kleine scène tussen Miss Lynch (voortreffelijk vertolkt door een hilarische Ruth Beeckmans), die moederlijke raad geeft aan Frenchy (Megane Moerenhout), veel meer weet te raken. Voor écht kippenvel was het wachten totdat een formidabele Lauren De Ruyck als Rizzo het publiek omverblaast met een subliem uitgevoerd “Het zou erger kunnen zijn”. Het levert De Ruyck, volledig terecht, het luidste applaus van de tweede akte op.
Het mooie aan ‘Grease’ is dat nog relatief onbekende talenten de kans krijgen om in een kleinere rol hun momenten te grijpen. Zo is Aaron Van Goethem heerlijk aandoenlijk als Doody, weet Nina Rey helemaal te overtuigen met haar vertolking van Marty en kunnen Manon Van Riel (Patty) en Luuk Haaze (Eugene) prima uitpakken met hun komische kwaliteiten.
Het hardste applaus van de avond ging echter naar een formidabele Pieter Casteleyn die als Kenickie net niet het dak van de Stadsschouwburg speelde tijdens het ge-wel-di-ge “Greased Lightnin’”. Alle ingrediënten die van ‘Grease’ zo’n heerlijk simpele feelgoodshow kunnen maken, zijn aanwezig in deze wervelende scène: een topsong gebracht door uitmuntende zangers en een ensemble dat bulkt van de energie én die weet over te brengen in de zaal. Het ovationeel applaus, dat maar bleef duren, was absoluut terecht. Een moment dat vooral toont dat ‘Grease’ prima in staat is om nog meer generaties te vermaken. Het is alleszins een sprankelende scène waarvan er simpelweg te weinig waren in deze productie die geregeld belegen en zelfs – jawel – simpelweg saai aanvoelde.
Lees ook onze recensie van de Nederlandse productie: klik hier.
Info en tickets: www.greasemusical.be
Gezien op zondag 15 september 2024 in Stadsschouwburg Antwerpen.
Lees hier de recensie over de nederlandse versie